SGA-Consultancy

  • Twitter
  • Google Plus
  • Linked in
  • Facebook

Bewijslast bij het versturen van poststukken

De hoofdregel is dat het risico van de verzending van poststukken bij de verzender ligt. Dat betekent dat als de geadresseerde stelt dat het poststuk niet is ontvangen, het aan de verzender ligt om te bewijzen c.q. aannemelijk te maken dat de verzending van het poststuk aan geadresseerde heeft plaatsgevonden. Slaagt de verzender hierin, dan ligt het aan de geadresseerde om de ontvangst van het bericht ‘op niet-ongeloofwaardige wijze’ aannemelijk te maken c.q. bewijzen. Het bewijzen hiervan is een opgave waaraan de geadresseerde nauwelijks kan voldoen. Of u moet in Swalmen –http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Nederland/article/detail/3483053/2013/07/28/Postbode-verbrandde-twee-weken-lang-post-in-Swalmen.dhtml of http://roermond.gezien.nl/nieuws/postbode-verbrandt-brieven-in-swalmen.html– woonachtig zijn en op basis van de kennisgeving van PostNL bewijzen dat de poststukken in rook zijn opgegaan alvorens die u hebben bereikt.
Dat de overheid zichzelf een uitzonderingspositie heeft verschaft blijkt uit artikel 17 lid 3 Invorderingswet 1990 en artikel 7 lid 3 Kostenwet. De aanpassing van genoemde artikelen nav het arrest van de Hoge Raad van 10 juli 2009, http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2009:BG4156, kan niet anders dan als een wassen neus worden getypeerd.

Dat ook in de advocatuur zaken vrij lichtzinnig kunnen worden opgevat valt op te maken uit de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2013:1242. De motivering van de Raad spreekt voor zich: “De Raad is van oordeel dat met het door mr. Q bij het verzetschrift gevoegde rapport betreffende de opmaak en verzending (een schermprint) niet aannemelijk is gemaakt dat verzending van de gronden van het hoger beroep daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Uit het rapport blijkt niet meer dan dat de definitieve opmaak van een document met de aanduiding “gronden CRvB 121106” heeft plaatsgevonden. Dat het document vervolgens ter verzending is aangeboden blijkt daaruit dus niet.”

Conclusie
Een printscreen waarop is te zien dat de documenten zijn aangemaakt is geen bewijs dat het opgemaakt document ook is verzonden.
Een degelijke postregistratie en dito procedure voor het verwerken van inkomende en uitgaande post is geen luxe of u moet gebruik maken van het middel van het aangetekend versturen van belangrijke poststukken.