Regelmatig wordt er in de gevallen waarbij er sprake is van een (alcohol) verslaving er vanuit gegaan dat de verslaving op zich al een ziekte of gebrek inhoudt.
Onder verwijzing naar eerdere jurisprudentie heeft de Centrale Raad van Beroep nogmaals bevestigd dat het niet om de verslaving op zich gaat, maar om de gebreken die daaruit voortvloeien. Onderstaande overweging van de Centrale Raad van Beroep in haar uitspraak van 18 juli 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:2438, spreekt voor zich.
“De Raad heeft eerder geoordeeld, zie bijvoorbeeld de uitspraak van 8 april 2010, ECLI:NL:CRVB:2010:BM0518, dat een verslaving aan alcohol op zich niet als ziekte of gebrek is aan te merken. Indien echter uit de verslaving gebreken voortvloeien dan wel indien die verslaving noodzaakt tot een klinische opname of behandeling, brengt dit mee dat er wel sprake is van een ziekte of gebrek. In het geval van appellant is niet gebleken dat uit zijn alcoholgebruik beperkingen voortvloeien, waarbij in het midden kan blijven of sprake is van alcoholverslaving. Appellant werd op de datum in geding niet behandeld voor zijn overmatige alcoholgebruik en ook is niet gebleken dat hij op die datum meer beperkt was voor het verrichten van arbeid dan waarvan het Uwv is uitgegaan.”