De Centrale Raad van Beroep oordeelt in zijn uitspraak van 28 augustus 2014 dat het ontslag niet onevenredig is te achten aan het hier aan de orde zijnde plichtsverzuim.
Hetgeen betrokkene ter zitting van de Raad heeft verklaard is in grote lijnen een bevestiging van de bevindingen van de werkgever en van [naam] op dit punt. Betrokkene heeft hierbij expliciet verklaard over actief gebruik van websites als Facebook en Marktplaats, dit in weerwil van eerdere verklaringen van zijn kant omtrent het slechts passief hebben openstaan van deze websites. Het privégebruik zoals dat uit de bedoelde bevindingen naar voren komt is bepaald excessief te achten. Zo gaat het bijvoorbeeld zowel in de maand november 2010 als in de maand december 2010 om meer dan 20 uur, en dus, gemeten in niet gewerkte uren, om meer dan de helft van een voltijdse werkweek. Over andere maanden komt een vergelijkbaar beeld naar voren. Daarmee is evident sprake van zeer ernstig plichtsverzuim. Die conclusie is te meer op zijn plaats gezien het van toepassing zijnde Privacyreglement e-mail- en internetgebruik, dat slechts incidenteel privégebruik toestaat, dit onder de voorwaarde dat dit gebruik in geen geval storend is voor, of ten koste gaat van de werkzaamheden. Betrokkene heeft met zijn handelen het in hem te stellen vertrouwen grote schade toegebracht.
De Raad deelt daarbij niet het oordeel van de rechtbank dat betrokkene niet als een gewaarschuwd man had te gelden. Hij is, naar door hem is bevestigd, begin 2010 immers uitdrukkelijk door senior-medewerker W op zijn internetgedrag aangesproken. Dat appellant toen geen schriftelijke waarschuwing heeft doen uitgaan maakt, anders dan is geoordeeld door de rechtbank, geenszins dat het bedoelde aanspreken van betrokkene in dit verband niet zou mogen meewegen. Betrokkene had acht behoren te slaan op hetgeen hem door W is meegegeven, niet alleen in de eerste weken, maar ook nadien. De rechtbank kan al met al niet worden gevolgd in haar conclusie dat het ontslag onevenredig is te achten aan hier aan de orde zijnde plichtsverzuim. De duur van het dienstverband van betrokkene kan dat niet anders maken.
De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.
Dit is een nieuwsbericht op basis van de genoemde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Bij verschil tussen dit nieuwsbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.
Bron: Rechtspraak.nl – ECLI:NL:CRVB:2014:2974