SGA-Consultancy

  • Twitter
  • Google Plus
  • Linked in
  • Facebook

Afhandeling Melding te late beslissing

Dat er bij de massale postverwerking af en toe iets fout gaat valt in redelijkheid te begrijpen. Deze week mocht ik binnen 6 dagen – zo snel maken wij het zelden mee – een afwijzing op een Melding te late beslissing ontvangen. De motivering c.q. beslissing: “Wij betalen u geen vergoeding omdat er hier geen aanvraag aan ten grondslag ligt“.

In deze casus hebben wij het UWV gevraagd om – in de lijn van hun argumenten in de bezwaar- en beroepsprocedure – werknemer aan te spreken op zijn herstelgedrag. Volgens de VA en VA B&B waren er nog behandelmogelijkheden bij iemand die meerdere jaren met dezelfde beperkingen kampt en al verscheidene malen is behandeld, echter zonder resultaat.

Omdat we geen enkele reactie op het verzoek mochten ontvangen, hebben wij het UWV het dwangsom formulier toegezonden. De afwijzing verbaasde ons ten zeerste en het toeval wilde dat uitgerekend dit verzoek niet aangetekend was verzonden. Een telefoontje naar het UWV had als resultaat dat gemeld werd dat ze de brief wel hadden ontvangen en dat deze al was gearchiveerd. Kortom, het UWV is/was niet van plan om invulling aan het verzoek te geven c.q. de brief te beantwoorden. Op zich al bedenkelijk als dezelfde organisatie dat als argument in procedures inbrengt, maar gevraagd om haar taken uit te voeren het verzoek vervolgens naast zich neerlegt.

Onderstaand treft u de kern van ons per kerende post toegezonden bezwaarschrift: “U stelt in uw beslissing dat er geen aanvraag aan het verzoek ten grondslag ligt. Uw stelling is bezijdens de waarheid, omdat bij de melding een kopie van het verzoek van 14 juni 2019 was gevoegd. Uit het telefonisch contact met de heer Dxxxx Lxxxxx op 29 augustus 2019 is al binnen enkele minuten gebleken dat u de brief met dagtekening 14 juni 2019 (bijlage 2) op 14 juni 2019 heeft ontvangen – voor de goede orde zet ik standaard de dagtekening 1 dag vooruit –  en dat de brief op 17 juni 2019 is gearchiveerd. Kortom, het UWV heeft de brief ontvangen en bij het UWV was en is niet de minste intentie aanwezig om de brief te behandelen.

Uw voortvarende afwijzing van de Melding te late beslissing staat in schril contrast met de wijze van afhandeling van de brief van 14 juni 2019. Uw beslissing van 27 augustus 2019 en de wijze waarop tot nu toe met het verzoek is omgegaan ervaar ik als grievend/stuitend en getuigen van een instelling die zeer laakbaar is.”