Het is niet mijn stijl om het UWV via social media aan te spreken, maar dit is een casus die mij daartoe dwingt. Ik vraag mij ernstig af of er in deze casus er een medewerker op de vestiging UWV Breda zit die, net als een quasi bedrijfsarts en quasi mediator, aan het lijntje van deze werkgever loopt.
DE FEITEN
- Er is sprake van samengesteld verzuim, maar werkgever en UWV gaan uit van 19-09-2016;
- Deskundigenoordeel UWV: werkgever doet onvoldoende;
- Werkgever initieert mediation o.l.v. een quasi mediator die aantoonbaar vertrouwelijke informatie met werkgever deelt (had er niet op gerekend dat Mailinfo ook doorgezonden emails volgt); Werkgever dient verzoek ontbinding wegens “verstoorde arbeidsrelatie” in;
- Kantonrechter te Zutphen ontbindt arbeidsovereenkomst. Omdat werknemer uitsluitend afwijzing van het verzoek vordert wordt er geen billijke vergoeding toegekend;
- Datum einde arbeidsovereenkomst is gesteld op 01-04-2017;
- Werkgever is ERD ZW en doet niets aan reïntegratie, uitsluitend terroriseren werknemer;
- In hoger beroep dreigt de voorzitter van het Hof met vernietiging van de beschikking van de Kantonrechter en toekenning van een ‘forse billijke vergoeding’;
- Onder druk hiervan komt er een compromis dat wordt vastgelegd in een procesverbaal door het Hof. Boven op de transitievergoeding komt een billijke vergoeding en daarmee erkent werkgever het ernstig verwijtbaar handelen en nalaten;
- Werkgever doet nog steeds niets aan reïntegratie;
- Werknemer vraagt in maart 2017 beoordeling arbeidsongeschiktheid aan bij een externe bedrijfsarts. Conclusie: nog steeds arbeidsongeschikt, maar er is sprake van verbetering en reïntegratie kan verder worden opgepakt;
- Werkgever doet geen melding ziek uit dienst ondanks verzoek werknemer en verzoek UWV Arnhem;
- Juni 2017 oproep werknemer door arts die zich voordoet als bedrijfsarts, eerste conclusie in het verslag is “er is sprake van evidente beperkingen t.a.v. arbeid”;
- Mededeling aan de quasi bedrijfsarts dat er een nieuwe operatie op korte termijn zal plaatsvinden;
- Quasi bedrijfsarts vraagt machtiging voor opvragen informatie bij behandelaars en spreekt met werknemer een vervolgconsult af om zijn definitieve bevindingen te bespreken alvorens het verslag naar de werkgever gaat;
- Werknemer vraagt UWV Arnhem om intrekken bevoegdheden ERD ZW op grond van artikel 63a lid 5 Ziektewet omdat pesterijen werkgever en trawanten herstel ondermijnt;
- UWV Arnhem geeft intern opdracht om intrekking bevoegdheden ERD ZW;
- Quasi bedrijfsarts maakt op 24-07-2017 zonder medeweten werknemer een rapport op en stuurt deze naar de werkgever. Conclusie: “kan niet bepalen of werknemer op 01-04-2017 arbeidsongeschikt was”;
- De arbodienst van de quasi bedrijfsarts zegt de consult afspraak met werknemer af (kennelijk klusje gedaan, factuurtje de deur uit en beroepsethiek in de prullenbak);
- Ondanks herhaalde verzoeken van werknemer weigert zowel de betrokken arbodienst als de werkgever het rapport ter beschikking te stellen;
- De ondeugdelijke arbodienst beroept zich op afspraken hierover met de werkgever en zend dus zonder toestemming van werknemer gegevens door naar de werkgever;
- Pas na het stellen van een ultimatum verstrekt de enige bedrijfsarts van deze volstrekt onbetrouwbare arbodienst het rapport aan werknemer vergezeld van het uiten van verdachtmakingen;
- Op 04-08-2017 volgt eerstejaars beoordeling ZW door verzekeringsarts van UWV Arnhem. Conclusie: “geen benutbare mogelijkheden vanaf september 2016 en de komende periode ook geen benutbare mogelijkheden”. De rol van de handelwijze van werkgever ERD ZW wordt benoemd;
- Op 04-09-2017 volgt een beschikking ZW van het UWV Breda met de inhoud zoals voorgesteld door de werkgever. Inhoud: geen recht op ZW per 01-04-2017;
- Bezwaar en vervolgens beroepsprocedure opgestart en beroepsprocedure is nog gaande;
- Tussendoor Herzieningsverzoek door werknemer wegens evidente onjuistheid van de beslissing van 04-09-2017;
- Na toezending formulier dwangsom volgt eind 2017 toezegging van UWV Breda dat beschikking van 04-09-2017 en bevoegdheden werkgever ERD ZW op grond van artikel 63a lid 5 Ziektewet worden ingetrokken;
- Begin 2018: UWV betaalt ZW-uitkering uit en zend een mededeling ter bevestiging van toezegging december 2017;
- Bezwaar gemaakt tegen deze mededeling omdat het inhoudelijk zelfs niet aan de basisvereisten voor een beschikking voldoet;
- Naar aanleiding van het bezwaar stuurt UWV een kopie beschikking gedateerd 01-02-2018 waarin aan werkgever ERD ZW wordt medegedeeld dat het UWV de betalingsverplichting overneemt en deze uitkering en uitvoeringskosten niet aan werkgever zullen worden toegerekend omdat het UWV tegenstrijdige informatie heeft verschaft.