SGA-Consultancy

  • Twitter
  • Google Plus
  • Linked in
  • Facebook

Author Archive

Is het UWV gehouden aan de datum van een zelf geïnitieerde professionele herbeoordeling?

Posted on: No Comments

 

In de lijn met de uitspraak Rechtbank Gelderland van 30 maart 2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:1532, heeft inmiddels ook de Rechtbank Noord-Holland bij uitspraak van 20 april 2023 in een identieke casus de datum voor de ingang van de volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid overeenkomstig vastgesteld. Dat betekent dus dat de toepassing van artikel 64 lid 11 WIA achterwege wordt gelaten. Ook de Rechtbank Noord-Holland heeft een beslissing op bezwaar waarbij artikel 64 lid 11 door het UWV werd toegepast vernietigd wegens onzorgvuldige voorbereiding en gebrekkige motivering en het UWV opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen. Tegen deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland heeft het UWV inmiddels hoger beroep aangetekend. Naar aanleiding van de tussenuitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant heeft het UWV een gewijzigde beslissing genomen en daarin toch artikel 64 lid 11 WIA toegepast. Een overweging uit de gewijzigde beslissing van 25 april 2023 wil ik u niet onthouden en deze luidt als volgt: ‘Wij erkennen enerzijds dat het niet fraai van ons is om uit te spreken per een bepaalde datum een medisch heronderzoek te verrichten en dat vervolgens achterwege te laten, maar anderzijds wijzen wij erop dat wij geen wettelijke verplichting hebben om dat te doen’.

Kennelijk wil het UWV met het ingestelde hoger beroep tegen de beslissing van de Rechtbank Noord-Holland bereiken dat zij niet aan de door haar eigen (verzekerings)artsen n.a.v. een medisch consult geïnitieerde professionele herbeoordeling is gehouden en werkgevers te benadelen door de correctie van een bestreden besluit niet verder terug te laten gaan dan 52 weken voor de aanvraag van een herbeoordeling door de werkgever.

20230509 Bevestiging hoger beroep door UWV Anoniem

Uitspraak Rb N-H IVA per 17-2-2017 anoniem

Beroep op dwaling na sluiten vaststellingsovereenkomst bij ziekte?

Posted on: No Comments

Werknemer raakt arbeidsongeschikt en tekent een klein jaar later een vaststellingsovereenkomst. Daarin verklaart zij arbeidsgeschikt te zijn. Na einde dienstverband raakt werknemer wederom arbeidsongeschikt. Het UWV weigert uitkering omdat geoordeeld wordt dat werknemer doorlopend ziek is geweest en tijdens ziekte afstand heeft gedaan van rechten door de vaststellingsovereenkomst te tekenen. Werknemer vindt dat werkgever is tekortgeschoten bij de re-integratie, dat werkgever druk op haar heeft uitgeoefend om de vaststellingsovereenkomst te tekenen en stelt dat zij bij het aangaan van de vaststellingsovereenkomst, door toedoen van de werkgever, ten aanzien van haar arbeidsongeschiktheid heeft gedwaald. De kantonrechter wijst de vordering af. Van dwaling is geen sprake geweest, aangezien werknemer tijdens de onderhandelingen m.b.t. de vaststellingsovereenkomst is bijgestaan door een in het arbeidsrecht gespecialiseerde jurist. Daarnaast is niet gebleken dat de werkgever ongeoorloofde druk heeft uitgeoefend op werknemer. Werkgever valt weliswaar een verwijt te maken ten aanzien van de re-integratie, maar dat traject was door partijen inmiddels verlaten omdat er werd onderhandeld over een vaststellingsovereenkomst.

ECLI:NL:RBOVE:2023:1007

“Voorschotten” WGA: is de werkwijze van het UWV in strijd met artikel 4:95 lid 1 Awb en is er sprake van een geldige verrekening o.g.v. artikel 4:95 lid 4 Awb.

Posted on: No Comments

Gistermiddag diende het hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep tegen de beslissing op bezwaar tegen een voorschotbeschikking WGA. Reden niet-ontvankelijkheid: geen belang werkgever omdat deze financieel niet benadeeld wordt door de toekenning van het voorschot.

Onze inzet: gelet op de werkwijze UWV (telefoontje aan klanten contact center is al voldoende voor toekenning) is er geen sprake van een voorschot in de zin van art. 4:95 lid 1 Awb en verrekening met het achteraf vastgesteld recht is o.g.v. 4:95 lid 4 niet mogelijk. Toerekening GDP Whk kan niet meer zijn dan hetgeen feitelijk is betaald voor n.a.v. het vastgesteld recht.

Tijdens de zitting is duidelijk geworden dat de voorschotbeschikking ook aangemerkt moet worden als een toerekeningsbesluit voor de GDP Whk. Het UWV had dat eerst ontkend. In de praktijk worden “voorschotten” klakkeloos aan de werkgever toegerekend. Het UWV verwijst daarvoor naar de brief van minister Koolmees van 30-8-2021. Wij vinden dat de toerekening niet mag omdat de voorschotten niet aan de voorwaarden van 4:95 lid 1 voldoen en dus geen verrekenbare en ook geen toerekenbare voorschotten zijn.

Het belang van de werkgever bij bezwaar tegen een voorschotbeschikking is o.a.:
Onterechte toerekening voor de GDP Whk,
Kosten reïntegratie en alles wat bij komt kijken tot einde dienstverband; en
Geen compensatie van het deel van de transitievergoeding na einde wachttijd.

Uitspraak: 10-5-2023

BREAKING NEWS

Posted on: No Comments
De Hoge Raad heeft vanmorgen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2021:392) bekrachtigd en de Conclusie van de Advocaat Generaal bij de Hoge Raad (ECLI:NL:PHR:2022:578) gevolgd. De betekenis hiervan is dat de zogenaamde zelfstandigen (zzp’ers) die via platforms zoals Deliveroo, Uber, enzovoort werken gewoon een werknemer in de zin van artikel 7:610 BW zijn. Dus, einde schijnzelfstandigheid!
ECLI:NL:HR:2023:443

Emails SGA-Consultancy

Posted on: No Comments

Vanwege de verhuizing van de website van SGA-Consultancy naar een beter beveiligde server hebben wij op dit moment als ongemak dat het ontvangen en verzenden van emails niet mogelijk is. We hopen dat het ongemak zo kort mogelijk duurt.

Glenn Azimullah en Pieter van Aarle

Bezorgers van Deliveroo zijn werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst

Posted on: No Comments

Na het arrest van de Hoge Raad van 6 november 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1746) was het te verwachten, niet de bedoeling maar de feiten en omstandigheden zijn bepalend als het gaat om het kwalificeren van een arbeidsovereenkomst.

Bezorgers van Deliveroo zijn werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst. Het gerechtshof Amsterdam heeft dat in zijn arrest van vandaag in hoger beroep beslist in een procedure tussen FNV en het maaltijdbezorgingsbedrijf. De kantonrechter wees die vordering eerder al toe. Het hof heeft die beslissing nu bevestigd. Dat betekent dat de bezorgers de rechten hebben die bij een arbeidsovereenkomst horen.

Het hof komt tot dit oordeel op basis van een vaststelling van de tussen partijen overeengekomen rechten en verplichtingen.

Arbeid
Deliveroo maakt bij de toedeling van de bezorging van maaltijden gebruik van een algoritme, genaamd Frank. Frank is een geavanceerd systeem en volgens Deliveroo cruciaal voor haar organisatie. Sinds maart 2020 kunnen bezorgers inloggen op diensten wanneer zij dat willen. Eenmaal ingelogd kunnen zij door Frank een bezorging aangeboden krijgen en bezorgers mogen dat aanbod weigeren. Een bezorger kan zich ook laten vervangen. De vrijheid die het systeem geeft en de vervangingsmogelijkheid zijn volgens het hof niet onverenigbaar met het bestaan van een arbeidsovereenkomst.

Loon
Deliveroo bepaalt steeds eenzijdig de hoogte van het loon. Aanvankelijk werd € 5,00 of € 6,00 per afgeleverde bestelling betaald; dat is sinds augustus 2019 € 3,90 dan wel € 4,80, met de mogelijkheid daarnaast bonussen te verdienen. Ruim tweederde van de bezorgers heeft een contractsvorm waarmee minder dan 40% van het minimumloon kan worden verdiend, met dien verstande dat dan geen BTW verschuldigd is, omdat de Belastingdienst die werkzaamheden als hobbymatig aanmerkt. De hoogte van het inkomen bedraagt in die gevallen rond € 11 tot € 13 per uur. Daaruit kunnen redelijkerwijs geen voorzieningen voor ziekte, arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid gefinancierd worden.

Gezagsrelatie
De werkzaamheden betreffen voor Deliveroo een kernactiviteit, te weten maaltijdbezorging. Het zijn relatief eenvoudige werkzaamheden, zodat weinig aanwijzingen van Deliveroo nodig zijn. Via Frank zijn zowel het restaurant waar de maaltijd moet worden opgehaald als de klant naar wie de maaltijd gebracht moet worden ervan op de hoogte waar de bezorger zich bevindt. Dat geeft Deliveroo een controlemogelijkheid. Gemiddeld hebben de bezorgers dertig minuten bezorgtijd per bestelling, waardoor hun vrijheid om zelf de route te bepalen beperkt is. De contractsvorm op basis waarvan de bezorgers werkzaam zijn en de wijze waarop de werkzaamheden moeten worden verricht, zijn door Deliveroo meermalen gewijzigd. Ook dit duidt erop dat Deliveroo gezag uitoefent over de bezorgers.

Gedurende zekere tijd
Niet is gebleken dat de bezorgers die arbeid voor Deliveroo verrichten dit in een verwaarloosbare omvang doen. Hiermee is voldaan aan het criterium dat de arbeid gedurende zekere tijd dient te worden verricht. Ook dat duidt naast alle andere omstandigheden op de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst

Gerechtshof Amsterdam, ECLI:NL:GHAMS:2021:392

Beoordelingsruimte bij meerdere beperkingen

Posted on: No Comments

In de praktijk komt het vaker voor dat een arbeidsongeschikte werknemer meerdere medische klachten heeft en als gevolg daarvan ook meerdere beperkingen.

Bij de WIA-beoordeling hanteert het UWV als uitgangspunt dat als een van de beperkingen een GBM oplevert, dat de overige beperkingen en het geheel aan beperkingen niet meer wordt beoordeeld. Werknemer krijgt in zo’n geval een WGA-uitkering op basis van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80 – 100%. Deze beoordelingswijze is niet conform de wijze waarop beoordeeld dient te worden.

In de onderhavige zaak kende het UWV betrokkene een WGA-uitkering op basis van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80 – 100% toe en liet zij het, ondanks bezwaar en beroep bij de Rechtbank, na om de overige beperkingen en het geheel aan beperkingen integraal te beoordelen.

In Hoger Beroep kon deze beoordelingswijze geen stand houden. De CRvB – enkelvoudige Kamer – volgde mijn standpunt dat de verzekeringsarts van het UWV alle beperkingen integraal moet beoordelen en dat zij niet kan volstaan met het uitlichten van de beperking die een GBM oplevert. Het standpunt van het UWV dat een verdere beoordeling achterwege kan blijven als er bij een van de beperkingen een situatie van volledige arbeidsongeschiktheid op medische gronden (GBN) bestaat hield geen stand en de CRvB gaf het UWV de opdracht om de integrale beoordeling alsnog uit te voeren. De uitkomst daarvan is inmiddels bekend: aan  betrokkene werd per 14 april 2015 alsnog een IVA-uitkering toegekend hetgeen de ex-werkgever een forse besparing in de gedifferentieerde premie Whk oplevert.

20201015_procesverbaal zitting CRvB_anoniem

P.S. Let niet al te veel op de kwaliteit van het proces-verbaal van de zitting, want veel van wat op de zitting is gezegd staat onjuist (tegengesteld) in het proces-verbaal.

 

Beslag op bonus voor zorgmedewerkers is mogelijk

Posted on: No Comments

Instanties mogen beslag leggen op de bonus van 1.000 euro voor zorgmedewerkers. Dat heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland besloten in een kort geding. Wel is het volgens de rechter goed mogelijk dat een schuldeiser af zal zien van de beslaglegging, uit respect en waardering voor de zorg in deze moeilijke tijd.

Zorgbonus
Door een subsidieregeling van de overheid kunnen zorgmedewerkers via hun werkgever in aanmerking komen voor een zorgbonus van 1.000 euro bij een uitzonderlijke prestatie in het kader van corona. Wanneer loonbeslag is gelegd op het inkomen van die zorgmedewerker, is de vraag of dit eenmalige extraatje hier ook onder valt. Hierover wordt verschillend gedacht. De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) besloot daarom deze vraag namens de gerechtsdeurwaarder voor te leggen aan de rechter, samen met de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR, Sociaal Werk Nederland). Afgelopen vrijdag diende de zaak voor de voorzieningenrechter in Alkmaar, vandaag is de uitspraak gedaan.

Beslag is wettelijk mogelijk
Verschillende instanties, waaronder de Belastingdienst, hebben laten weten geen beslag te zullen leggen op de zorgbonus. In zijn beslissing van vandaag komt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat een beslag op de zorgbonus wettelijk echter wel is toegelaten. Een belangrijk argument daarbij is dat een meerderheid in de Tweede Kamer na de invoering van de zorgbonus tegen een beslagverbod was. Als de gerechtsdeurwaarder beslag legt op de zorgbonus, maakt hij daarmee geen misbruik van recht.

Aparte beslaglegging in overleg met schuldeiser
In een tweede onderdeel van de beslissing legt de voorzieningenrechter uit dat de zorgbonus niet onder al lopende loonbeslagen valt. Er zal dus apart beslag voor moeten worden gelegd. De voorzieningenrechter raadt de gerechtsdeurwaarder aan hierover contact op te nemen met de schuldeiser. De schuldeiser maakt dan de afweging of de zorgbonus daadwerkelijk in beslag moet worden genomen, of dat de zorgmedewerker deze als waardering voor de bijzondere inzet zelf mag houden. Volgens de voorzieningenrechter is het goed mogelijk dat een schuldeiser af zal zien van de beslaglegging op de zorgbonus, uit respect en waardering voor de zorg die in deze moeilijke tijden door de schuldenaar is verleend en waarschijnlijk nog steeds wordt verleend.

Bron: Rechtspraak.nl

Uitspraak Rechtbank, ECLI:NL:RBNHO:2021:233